afstemmen
Kiezen voor jezelf
Fanny Willems
Kiezen voor jezelf
12/20/2025

Wanneer afstemmen geen liefde meer is, maar een subtiele vorm van stilstand

12/20/2025

Afstemmen, intunen, aanvoelen wat de ander nodig heeft. Voor veel mensen die hoogsensitief zijn of veel met bewustzijn bezig zijn, klinkt dit als emotionele intelligentie. En dat ís het ook. Het is een enorme kracht om zo verfijnd te kunnen invoelen op anderen, op situaties en op sferen. Maar zoals dat vaak geldt, kan juist je grootste kracht ook je grootste valkuil worden. 

Veel mensen ontwikkelen deze sterke voelsprieten al vroeg in hun leven. Als overlevingsmechanisme. Om veiligheid te bewaren, spanning te voelen aankomen of verbinding niet te verliezen. In die context diende het zijn doel. Het hielp je navigeren in een omgeving waarin aanpassen slimmer was dan jezelf volledig laten zien.



Het probleem ontstaat wanneer dit patroon ongemerkt meegroeit in je volwassen leven. Hoe langer je blijft afstemmen op de ander, hoe dieper het verankerd raakt in wie je denkt te zijn. En hoe meer het je in de weg kan gaan staan om werkelijk gelijkwaardige, bewuste en volwassen relaties aan te gaan. Het sluipt erin als wachten op de ander. Als aanpassen.

Als jezelf kleiner maken dan nodig is. Als je enthousiasme temperen terwijl je je eigenlijk uitbundig voelt. Of zelfs je eigen beweging en soms je hele levenspad uitstellen omdat je voelt dat de ander nog niet zover is om met je mee te komen.

Dit gaat niet over overduidelijk please-gedrag of jezelf wegcijferen op een manier die meteen zichtbaar is. Het gaat over de subtielere vorm. Over het blijven afstemmen op de energie van een ander, terwijl je diep vanbinnen voelt dat je eigen leven stil begint te staan. Over het idee dat jij ‘de brug aan het bouwen bent’, in de hoop dat de ander er ooit overheen zal stappen. Terwijl echte verbinding niet ontstaat door eraan te trekken. En het gaat over de verwarring die ontstaat wanneer je dit aanziet voor bewustzijn, terwijl het in werkelijkheid loyaliteit is aan een oud overlevingsmechanisme.

Afstemmen lijkt bewust, maar maakt je afhankelijk

Als je veel met persoonlijke ontwikkeling bezig bent, herken je dit patroon in eerste instantie vaak niet als afhankelijkheid. Je noemt het bewustzijn. Je kunt goed afstemmen en intunen op een ander. Je geeft ruimte. Je wacht geduldig het juiste moment af. Je wilt niets forceren en niet pushen. En op zichzelf zijn dat hele waardevolle en liefdevolle kwaliteiten.

Het wordt alleen een probleem wanneer je structureel meer ruimte geeft aan de ander dan je jezelf gunt.

Wanneer jouw sensitiviteit vooral extern en naar buiten gericht is, waardoor je eigen behoeften, verlangens en tempo steeds meer ondergeschikt raken aan die van de ander. Je innerlijke kompas verschuift dan langzaam maar zeker van binnen naar buiten.

Je maakt dan geen keuzes meer vanuit wat jij voelt of nodig hebt, maar vanuit wat de ander wel of niet doet. Neem iets heel alledaags. Je hebt half afgesproken om iets leuks te doen met een vriend of vriendin. Er staat niets vast. Jij stemt je al volledig af op dit vooruitzicht. Je kijkt ernaar uit, houdt je agenda open en leeft ernaartoe. Misschien voel je de gezelligheid al. En dan zegt de ander af of stelt het uit. Niets dramatisch, maar voor jou voelt het alsof je ineens in een gat valt. Niet alleen omdat de afspraak niet doorgaat, maar omdat je je energie al volledig op de ander had gericht.

In liefdesrelaties zie je dit vaak nog sterker. Stel dat je iemand net leert kennen. Je bent open en oprecht en deelt al snel veel van jezelf. Je vertelt persoonlijke dingen, laat je binnenwereld zien en spreekt je verlangens uit. Je voelt het potentieel van wat er zou kunnen ontstaan en beweegt daar energetisch al naartoe. In feite ben je al tien stappen vooruit. Niet omdat je naïef bent, maar omdat je kunt voelen wat er mogelijk is.

Het punt is alleen: je geeft al je energie, openheid en betrokkenheid, terwijl je nog niet weet of de ander dit werkelijk kan en wil dragen. Of woorden overeenkomen met daden. Of wat je intuïtief aanvoelt ook daadwerkelijk wordt geleefd. Met andere woorden: of het congruent is, zodat je niet hoeft te raden, interpreteren of hoeft te wachten op bewijs maar het er gewoon is.

Laat me dit helder zeggen: er is helemaal niets mis met enthousiasme, openheid en diepgang. Integendeel. De balans verschuift alleen, wanneer je niet meer voelt waar jij stopt en waar de ander begint. Wanneer je energie diffuus wordt, te meegaand en te weinig vastomlijnd. Wanneer je geen innerlijke begrenzing ervaart en je aanwezigheid feitelijk grenzeloos wordt. Je merkt dit vaak aan je innerlijke dialoog die alle kanten op schiet, en aan het gevoel dat je wordt overgenomen in plaats van dat jij zelf nog grip hebt op je leven. Dan wordt het ongemakkelijk en uiteindelijk ongezond.

Wanneer je voortdurend rekening houdt met en afstemt op het proces van de ander, op zijn of haar tempo, twijfels of angsten, dan zet je, vaak zonder dat je het doorhebt, jezelf op pauze. Iedere keer opnieuw. Je zenuwstelsel leert op deze manier dat jouw beweging en groei afhankelijk zijn van de beweging en groei van de ander. Dat jouw leven pas verder kan als de ander meekomt. Dat is geen afstemming meer. Dat is uitgestelde autonomie en vrijheid. En dat is niet authentiek.

De illusie van geduld en bewustzijn

Wat dit patroon zo verraderlijk maakt, is dat het niet voelt als onveiligheid (en dus getriggerd raakt door angst), maar als volwassenheid. Je bent niet boos. Je stelt geen eisen. Je dringt je niet op. Je blijft rustig, begripvol en geduldig. En dat is het misschien wel het tegenovergestelde van hoe je je vroeger zou voelen en gedragen, wat laat zien dat je enorm bent gegroeid. Ogenschijnlijk sta je heel stevig en kies je er bewust om ruimte te geven en het proces te respecteren.

Maar probeer je eens bewust te worden van wat er onder die kalmte speelt, want dat is vaak iets heel anders. Geen woede, maar ingehouden spanning. Geen drama, maar een subtiele verkramping. Je lichaam blijft alert, terwijl je hoofd het goedpraat en zichzelf vertelt dat dit ‘goed’ is.

Op deze manier is geduld geen vrije keuze meer, maar een manier om je eigen beweging uit te stellen. Bewustzijn wordt zo geen expansie, maar een manier om jouw stilstand te rationaliseren. Je noemt het vertrouwen, terwijl je lijf al lang voelt dat het wacht. Dat het zich inhoudt. Dat het zichzelf toch weer kleiner maakt dan nodig is.

Je merkt dit niet zozeer aan je gedachten, maar aan je energie. Aan het feit dat je leven niet echt vooruit beweegt. Dat je keuzes uitstelt. Dat je jezelf steeds opnieuw vertelt dat nu niet het moment is. Niet omdat jij nog niet klaar bent, maar omdat de ander nog niet zover lijkt.

En precies daar verschuift afstemming in zelfverraad. Niet opvallend en duidelijk en niet dramatisch, maar wel heel consequent. Je zenuwstelsel leert: ik moet wachten, mijn verlangen komt later, mijn beweging is afhankelijk van de ander.

Dat voelt misschien heel liefdevol, maar het is geen gelijkwaardige verbinding. Het is een oude loyaliteit aan jezelf aanpassen aan een ander, vermomd als bewustzijn.

Echte afstemming vergroot je levensenergie. Het maakt je helderder, krachtiger en vrijer. Deze vorm doet het tegenovergestelde: het zorgt ervoor dat je energie langzaam weglekt, terwijl je jezelf vertelt dat je geduldig bent en vertrouwen hebt. En je lichaam weet het allang.

Loyaliteit aan een oud systeem

De bron van dit patroon ligt zelden in de huidige relatie of situatie. Het ligt veel dieper. Meestal is het een oud mechanisme dat je ooit hebt ontwikkeld vanuit de noodzaak om verbonden te blijven.

Veel mensen die heel goed kunnen afstemmen, hebben dit vermogen al vroeg ontwikkeld. Als kind in een omgeving waarin het belangrijk was om te voelen hoe het met de ander ging om te weten dat je lief gevonden wordt en er van je gehouden wordt. En dat je dus veilig bent. Je was alert, scande spanningen in je omgeving en stuurde je gedrag bij zodat de sfeer goed en veilig bleef voor jou en de verbinding en liefde voor jou niet verloren ging.

Dat was geen zwakte. Dat was pure intelligentie en een sterk overlevingsmechanisme. Het hielp je om te bewegen in een situatie waarin jouw eigen impuls, emoties of behoeften niet altijd welkom of veilig waren. Door dit keer op keer te doen werd het een patroon en werd afstemmen op anderen een manier om erbij te blijven horen en niet afgewezen te worden.

En precies dát maakt dit zo hardnekkig.

Wat je ooit beschermde, wordt later een beperking wanneer je nooit hebt geleerd dat jij óók mag bewegen. Dat jouw verlangen geen bedreiging is voor verbinding. Dat liefde en verbinding niet verdwijnt wanneer jij jezelf en jouw verlangens en behoeften, jouw hart volgt.

Als je blijft afstemmen op de ander in plaats van op jezelf, ben je vaak niet loyaal aan het heden, maar aan het verleden. Aan een oud innerlijk contract waarin jij onbewust hebt geleerd: ik draag de relatie. Ik voel wel aan wat kan. Ik wacht wel tot het veilig is.

Niet omdat dat nu klopt. Maar omdat het vertrouwd voelt in je lijf omdat je dit vroeger hebt geleerd en niet beter weet dan dit. En die loyaliteit is diep! Het zit niet in je hoofd, maar in je zenuwstelsel. En zolang je dit verwart met liefde, bewustzijn of geduld, blijft het onzichtbaar. Tot je merkt dat je leven zich steeds om een ander heen blijft organiseren, terwijl jouw eigen beweging op pauze staat.

De mythe van ‘ik ben de brug aan het bouwen’

Een gedachte die vaak diep vanbinnen onder dit patroon ligt, is deze: Ik ben aan het groeien, dus uiteindelijk komt de ander wel mee.

Je werkt aan jezelf, je reflecteert, je verdiept je, je blijft open, begripvol en verbindend. En ergens voelt het alsof jij alvast de fundering en de brug bouwt waarover de ander, op zijn of haar tempo, ooit zal oversteken. Maar verbinding werkt niet zo.

Een brug die door één kant wordt gebouwd, is geen brug. Het is een constructie die scheef trekt. Want zolang jij blijft dragen, hoeft de ander niet te bewegen. Zolang jij blijft afstemmen, hoeft de ander geen verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen proces.

Dit heeft niets te maken met onwil of onvermogen aan de kant van de ander. Het gaat over dynamiek. Over wat er ontstaat wanneer één systeem zich voortdurend aanpast, vertraagt en inhoudt, terwijl het andere systeem kan blijven leunen. Echte verbinding ontstaat niet doordat jij verder groeit dan de ander. Het ontstaat wanneer twee mensen op hun eigen as staan. Wanneer niemand wacht, niemand trekt en wanneer niemand zichzelf kleiner maakt om de ander niet te verliezen. Dat wat klopt, beweegt vanzelf mee. Wat niet klopt, laat je voelen waar jij jezelf weer begint aan te passen. En dat verschil voel je niet in je hoofd, maar in je lijf. Voel je dat jouw eigen energie stroomt, of voel je jouw energie steeds opnieuw samentrekken?

Waarom dit zoveel frustratie geeft

De frustratie die in dit patroon ontstaat, gaat niet alleen over wachten of stilstaan. Ze gaat dieper. Ze gaat over het besef dat je al zó ver bent gekomen en toch merkt dat je jezelf nog steeds ergens inhoudt.

  • Je hebt geleerd om jezelf niet meer weg te cijferen.
  • Je kunt je emoties reguleren.
  • Je leeft niet meer vanuit tekort of neediness.
  • Je bent bewust, zelfstandig en verantwoordelijk.

En juist daarom is deze ontdekking zo pijnlijk: dat het patroon er nog wel is, maar in een andere vorm.

Niet meer als jezelf verliezen. Maar als nog net niet helemaal jezelf volgen. Niet meer als afhankelijkheid. Maar als wachten vermomd als geduld. Niet meer als angst om verlaten te worden. Maar als loyaliteit aan het proces van de ander.

De frustratie zit vaak in het niet weten hoe je dit doorbreekt. Je voelt dat harder worden niet klopt. Dat jezelf forceren of afsnijden ook niet de weg is. En tegelijkertijd voel je dat blijven wachten, blijven afstemmen en blijven hopen je verder van jezelf afbrengt.

Dat spanningsveld is intens. Want je wilt trouw blijven aan jezelf zonder te verharden. Je wilt bewegen zonder te duwen en je wilt kiezen zonder de verbinding te verbreken en het contact te verliezen.

En precies daar stokt het vaak. Niet omdat je niet bewust genoeg bent, maar omdat je nooit hebt geleerd hoe je zacht én helder tegelijk kunt zijn. Hoe je jezelf kunt volgen zonder te moeten strijden of vechten. Hoe je voluit jezelf kunt zijn zonder in een spirituele bypass te schieten.

Deze frustratie is geen zwakte maar een overgang en een signaal dat het oude niet meer werkt voor jou en je het nieuwe nog mag gaan belichamen en leven. Niet door nog meer te begrijpen. Maar door leren vertrouwen op je eigen beweging, ook als dat nog onduidelijk en ongemakkelijk is.

Van afstemmen naar zelfvertrouwen

Deze beweging begint niet met een groot besluit, maar met zelfcompassie. Met erkennen dat dit geen knop is die je omzet, maar een proces dat zich laag voor laag ontvouwt. Je hebt dit patroon niet in één keer opgebouwd, dus je doorbreekt het ook niet in één keer.

Het vraagt dat je jezelf toestaat om te oefenen. Om te merken waar je nog terugvalt in afstemmen, wachten of jezelf inhoudt, zonder daar hard over te worden tegen jezelf. Niet om het meteen te corrigeren, maar om het waar te nemen. Want bewustwording zonder zelfcompassie wordt opnieuw een vorm van controle.

Verandering ontstaat hier niet in grote sprongen, maar in micro-beslissingen, verspreid over je dag. In de kleine momenten waarop je net iets eerlijker bent naar jezelf en signaleert waar je teveel bezig bent met de ander, terwijl je jezelf vergeet. Waarop je niet automatisch je eigen impuls inslikt of meteen je tempo aanpast aan de ander en waarop je voelt: hier kies ik nu voor mezelf, ook al is het spannend.

Je zelfvertrouwen groeit niet doordat je het perfect doet, maar door achter jezelf te staan, ook als het even lastig is. Door jezelf toe te staan dat het onwennig of ongemakkelijk voelt. Dat je soms te snel beweegt, of juist te laat. En dat je daar mild naar kunt kijken zonder dat je jezelf daarna weer gaat terugtrekken in analyse of oordeel.

Zo leert je systeem stap voor stap iets nieuws. Niet dat alles veilig is, maar dat jij veilig bent bij jezelf. Dat je kunt bijsturen zonder dat je hoeft te forceren of te vluchten.

En precies in die herhaalde, kleine keuzes, en je eigen gedrag vanuit zelfcompassie, verschuift afstemmen op de ander naar zelfvertrouwen. Niets spectaculairs maar wel enorm bevrijdend, duurzaam en diep verankerd in jezelf.

Wat er gebeurt als je stopt met wachten

Op het moment dat je stopt met afstemmen op de ander en terugkomt bij jezelf, verandert er iets fundamenteels. Dit is niet per se zichtbaar aan de buitenkant, maar gebeurt diep vanbinnen. Je zenuwstelsel leert dat jouw beweging niet afhankelijk is van de ander. Dat jouw leven niet op pauze hoeft zolang iemand anders nog twijfelt, stilstaat of achterblijft.

Dit voelt in het begin echt spannend en ongemakkelijk. Alsof je iets loslaat en de verbinding op het spel zet. Alsof je ineens zonder vangnet beweegt. Maar wat je werkelijk loslaat, is niet de ander, het is de overtuiging dat jij verantwoordelijk bent voor het tempo, het proces of de veiligheid van de ander.

Wanneer je stopt met wachten, verschuift je energie en breng je het terug bij jezelf. Je voelt weer waar je zelf staat, wat je nodig hebt en welke richting klopt voor jou. Niet omdat je dat vanuit je hoofd beredeneert, maar omdat je lichaam rustiger wordt, helderder en je energie minder verspreid is.

En in de basis gebeurt hier iets heel belangrijks: want dat wat werkelijk bij jou hoort, beweegt vanzelf met je mee. Je hoeft daarvoor niet te overtuigen, een ander mee te slepen of te trekken. Wat bij jou hoort kan jouw groei dragen zonder dat jij jezelf hoeft in te houden.

Wat niet met je meegroeit, glijdt dan vanzelf van je af omdat het geen bedding meer heeft in jouw waarheid. Dat is geen straf en geen tekortkoming of falen. Het is de natuurlijke herordening die ontstaat wanneer je jezelf niet langer verlaat en je eigen pad blijft volgen.

Dat moment kan rauw voelen. Stil en soms zelfs leeg. Maar onder die laag zit iets anders: ruimte. Vrijheid. Zelfvertrouwen dat niet afhankelijk is van een uitkomst. Dat is geen verlies maar helderheid. En het begin van leven in afstemming met jezelf en wie jij bent vanbinnen.

Het is niet de bedoeling om harder te worden

Dit artikel is geen uitnodiging of pleidooi om harder te worden. Ook niet om minder invoelend, minder empathisch of afstandelijk te zijn. Het is een uitnodiging tot eerlijkheid. En tot oprechtheid naar jezelf.

Om te voelen waar afstemming langzaam is overgegaan in zelfverraad. Waar wachten ongemerkt stilstand is geworden. En waar jouw groei vraagt om beweging, in plaats van nog meer geduld of begrip.

Stevig op Jezelf Staan is precies bedoeld als houvast bij dit kantelpunt. Niet om relaties te forceren of keuzes af te dwingen, maar om jou te ondersteunen terwijl je leert steeds opnieuw terug te keren naar je eigen middelpunt. Zodat je zelf kunt voelen wat klopt, zonder te hoeven trekken, uitleggen of hopen dat de ander ooit meebeweegt.

Van daaruit wordt verbinding iets anders. Niet iets waar je op wacht. Maar iets wat ontstaat wanneer jij volledig aanwezig bent in je eigen leven. Je hoeft niemand mee te sleuren en je hoeft niemand achter te laten. Je hoeft alleen te stoppen met jezelf in te houden, in de hoop iedereen om je heen tevreden te houden terwijl het in werkelijkheid voor niemand beter wordt wanneer jij jezelf verlaat.

Liefs Fanny ❤️

Categorieën