
Van begrijpen naar belichamen en waarom dát het verschil maakt
Misschien herken je dit. Je weet zóveel. Je hebt jezelf geanalyseerd, je patronen doorgrond, je verleden aangekeken. Je begrijpt waar je triggers vandaan komen, waarom je doet wat je doet, waarom relaties lopen zoals ze lopen. En toch… Sta je op beslissende momenten nog steeds te twijfelen.Blijf je hangen tussen opties. Ga je over analyseren, voel je onrust terwijl je hoofd zegt dat iets ‘logisch’ of ‘verstandig’ is.
Het voelt alsof je alles al hebt uitgezocht, maar het leven niet vanzelf meebeweegt. Dat is geen toeval. En het betekent al helemaal niet dat je iets verkeerd doet. Het betekent dat je aan een grens bent gekomen. Niet van je vermogen om te begrijpen, maar van wat begrijpen je nog kan brengen.
Luister het artikel hier op YouTube of als PodCast op Spotify of Apple Podcasts.
Het misverstand van emotionele volwassenheid
Veel bewuste of spirituele mensen identificeren emotionele volwassenheid met inzicht. Met begrijpen. Met kunnen uitleggen waarom iets pijn doet of waarom je ergens op reageert.
- “Ik weet dat dit mijn oude patroon is.”
- “Ik snap dat dit uit mijn jeugd komt.”
- “Ik begrijp waarom hij of zij dit in mij triggert.”
Het begrijpen zelf wordt dan een soort overtuiging. En zelfs wordt deze overtuiging “Ik weet het allemaal beter” gebruikt als oordeel tegenover anderen, die volgens hen minder begrijpen of minder spiritueel zijn. Maar begrijpen is geen spiritualiteit en niet hetzelfde als vrij zijn. Sterker nog: het kan een verfijnde overlevingsstrategie worden. Een manier om controle te houden. Om het echte belichamen nét genoeg op afstand te houden zodat je overeind blijft.
Zolang je begrijpt, blijf je in het hoofd. En zolang je in het hoofd blijft, hoeft je lichaam niet volledig te spreken.Dat voelt veilig. Maar het is ook precies waar het vastloopt.
Soms zie je dit patroon ook buiten jezelf terug. In gesprekken, reacties of discussies waarin het dan niet meer gaat over voelen, maar over gelijk krijgen. Vooral ook in de spirituele ‘wereld’. Over wie de juiste theorie kent. Wie de recente onderzoeken heeft gelezen. Wie ‘verder’ ontwikkeld is. Dat lijkt volwassen, bewust en onderbouwd.
Maar vaak is het precies hetzelfde mechanisme; namelijk om spiritualiteit of ‘veel weten’, te gebruiken als een overlevingsstrategie, zonder het daadwerkelijk te belichamen, in een net jasje.
De spirituele bypass
Want zolang je kunt verwijzen naar kennis, hoef je niet echt aanwezig te zijn in wat het gesprek werkelijk raakt. Zolang je kunt corrigeren, uitleggen, oordelen of verbeteren, hoef je niet te voelen waar het schuurt bij jezelf. Kennis wordt dan geen middel tot verdieping, maar een schild. Het brein blijft actief, scherp, alert maar het belichamen en het echt ‘doen’ en ‘leven’ van wat je preekt blijft buiten beeld.
Er zit nog een laag onder die behoefte aan controle die minder vaak wordt gezien, maar minstens zo bepalend is. Het helpen van anderen. Het corrigeren. Het aanwijzen van wat ‘niet klopt’. Niet vanuit compassie, maar vanuit een subtiele drang om jezelf beter te voelen en weg te blijven bij wat in jou nog gezien wil worden.
Zodra je merkt dat je gaat oordelen over anderen over hun niveau van bewustzijn, hun keuzes, hun persoonlijke proces, zegt dat zelden iets over hen. Het zegt iets over waar jij geraakt wordt. Over een schaduw die in jou wordt aangetikt en die je liever buiten jezelf houdt.
Helpen kan dan een vermomming worden. Een manier om boven de situatie te blijven. Om de aandacht naar buiten te verplaatsen, zodat je niet hoeft te zakken in wat het contact of het moment werkelijk in jou losmaakt. Zolang je bezig bent met de ontwikkeling van de ander, hoef je niet te voelen waar jij zelf nog vasthoudt, ontwijkt of controleert.
Dat is geen fout. Het is menselijk. Maar het is ook precies hoe patronen zichzelf in stand houden. Want op het moment dat je oordeelt, verlaat je jezelf. Je stapt uit aanwezigheid en in een positie van afstand. En precies daar verdwijnt echte verbinding, met de ander én met jezelf.
Het verzamelen van kennis en inzichten werkt als een verslaving.
Het geeft een gevoel van controle. Je zoekt naar houvast, erkenning en verklaringen om het beeld dat je van jezelf hebt gevormd beter te plaatsen of soms zelfs goed te praten. Elke nieuwe verklaring, elk inzicht, elk boek of gesprek geeft even het gevoel dat je vooruitgaat. Dat je iets in handen hebt. Dat je boven de situatie staat. Maar die beweging blijft in het hoofd. Je zenuwstelsel verandert niet mee.
En precies daardoor wordt het vaak een spiritual bypass. Een verfijnde manier om weg te blijven bij jezelf. Om te blijven denken, analyseren en begrijpen, zodat je niet hoeft te zitten met wat er werkelijk gevoeld wil worden. Zolang je bezig bent met inzichten vergaren, hoef je niet stil te vallen. Het voelt alsof je diep in je groei zit, terwijl je ondertussen niet aanwezig hoeft te zijn in je lijf. Je hoofd blijft actief, scherp en bezig, terwijl je lichaam op afstand wordt gehouden. Niet omdat je iets fout doet, maar omdat voelen, écht voelen, kwetsbaar is.
Een spiritual bypass voorkomt zo dat je het pijnlijke van echte groei aangaat. Leegte wordt gevuld met woorden. Onrust met informatie. Podcasts, boeken en spirituele termen geven het gevoel dat je ‘goed bezig’ bent, terwijl je ondertussen precies dát vermijdt wat je vrij zou maken: bij jezelf blijven, zonder oplossing, zonder verhaal, zonder uitweg.
Maar patronen doorbreek je niet door ze te begrijpen. Je doorbreekt ze door te blijven zitten wanneer alles in jou wil ontsnappen. Door ruimte te geven aan wat er is, zonder het meteen te duiden of te verheffen. Door in het gewone, dagelijkse leven te oefenen met wat je al lang weet en het daar stap voor stap steeds meer te integreren. Dat is geen spirituele truc. Dat is belichaming.
Hoe langer je blijft hangen in weten zonder het daadwerkelijk te leven, hoe groter de kloof wordt tussen wat je zegt en wat je draagt. Tussen wat je begrijpt en wat je werkelijk kunt voelen. Je systeem blijft reageren vanuit oude programma’s, terwijl het hoofd zichzelf blijft overtuigen dat het ‘verder’ is.
De verslaving aan drama en hoe dit groei saboteert
Wat we vaak onderschatten, is dat we letterlijk verslaafd kunnen zijn aan drama in ons leven. Niet bewust, en niet omdat we dat willen, maar omdat ons zenuwstelsel gewend is geraakt aan intensiteit. Aan spanning. Aan emotionele pieken en dalen. Voor een systeem dat jarenlang in hyperalertheid heeft geleefd, voelt onrust namelijk bekender en meer vertrouwd dan rust.
Drama geeft richting. Het geeft betekenis. Het geeft je iets om je in vast te bijten. Zolang er iets speelt, iets wringt of iets opgelost moet worden, hoef je niet stil te vallen. En juist die stilte, waarin niets hoeft, er niets mis is en niets opgelost hoeft te worden, voelt voor veel mensen onveilig.
Daarom houden we vaak onbewust vast aan situaties, relaties of verhalen die ons uitputten. Niet omdat we daar gelukkig van worden, maar omdat het bekende pijn is. Pijn die je systeem kent en heeft leren dragen. Vrijheid vraagt namelijk dat je oude rollen, identiteiten en strijd loslaat. En dat kan voelen als het verlies van een deel van jezelf, zelfs wanneer het je bevrijdt.
Wanneer je zenuwstelsel gewend is aan drama, zal het rust in eerste instantie interpreteren als leegte. Of zelfs als gevaar. Als: er klopt iets niet. En dus ontstaat er vaak onbewust opnieuw conflict, twijfel of emotionele spanning, puur vanuit overleving.
Zo kan groei zichzelf saboteren. Niet omdat je niet wilt veranderen, maar omdat vrijheid iets vraagt wat spannender is dan drama: echt verantwoordelijkheid nemen voor jezelf. Zonder afleiding. Zonder verhaal. Zonder externe prikkel. En zonder steeds opnieuw bevestiging of erkenning te zoeken bij anderen voor je pijn.
En precies hier wordt een keuze zichtbaar. Wil je blijven herhalen wat bekend is en je veel drama geeft of door het ongemak heen leren verdragen wat nieuw is en je uiteindelijk echt persoonlijke vrijheid oplevert?
Waarom inzicht alleen niet genoeg is om patronen te doorbreken
Het probleem is niet dat mensen niet genoeg hebben aangekeken. Het probleem is dat veel innerlijk werk blijft hangen in begrijpen, terwijl het lichaam nooit heeft geleerd om iets anders te doen op het moment dat het spannend wordt.
Inzicht werkt namelijk terugkijkend. Het helpt je begrijpen waar gedrag vandaan komt. Maar patronen zeker hechtingspatronen worden niet geactiveerd in het verleden. Ze worden geactiveerd in het hier en nu. In contact. In nabijheid. In het lichaam. En precies daar schiet inzicht tekort.
Zodra een oude angst wordt geraakt, neemt het zenuwstelsel het over. Niet omdat je dat wilt, maar omdat het lichaam sneller reageert dan het denken. Je brein kiest in dat moment niet voor wat goed voor je is, maar voor wat het kent. Voor het pad dat het vaakst is bewandeld. Voor wat ooit heeft geholpen om te overleven.
Die automatische reactie is het resultaat van jarenlang herhaalde gedachten, gevoelens en gedragingen. Neurale paden die steeds sterker zijn geworden niet omdat ze kloppen, maar omdat ze bekend zijn. Daarom voelt een oud patroon zo vanzelfsprekend, zelfs als het je schaadt.
Wanneer je een patroon doorbreekt, ga je dus niet ‘gewoon iets anders doen’. Je gaat in tegen diep ingesleten routes in je zenuwstelsel. Het nieuwe pad een andere manier van voelen, reageren en kiezen is in het begin zwak en onwennig. Nog geen automatisme.
In die fase wint soms het oude patroon. En soms wint het nieuwe. Dat is geen terugval, maar precies hoe verandering werkt. Nieuwe neurale verbindingen ontstaan alleen door herhaling. Door keer op keer hetzelfde andere antwoord te geven, juist op de momenten waarop het spannend wordt.
Daarom werkt begrijpen alleen niet. Het herprogrammeert geen zenuwstelsel. Het leert het lichaam niet dat het veilig is om te blijven, te voelen en nabijheid toe te laten. Dat gebeurt pas wanneer je in het moment zelf iets anders ervaart en dat blijft oefenen.
Waarom verandering alleen kan ontstaan in het moment zelf
Dit is ook waarom echte verandering niet ontstaat in gesprekken achteraf, maar in het moment zelf. Op de plek waar het misgaat. In het lichaam. In de relatie. Precies daar waar je normaal gesproken weggaat.
Integratie betekent dat je leert herkennen: ik word nu getriggerd, ik wil me afsluiten — en dat je toch blijft. Niet perfect. Niet in één keer. Maar steeds iets meer. Dat vraagt herhaling, vertraging en vaak ook een veilige bedding waarin je dit kunt oefenen zonder jezelf te veroordelen.
Pas wanneer het lichaam nieuwe ervaringen opdoet van veiligheid in nabijheid, kunnen oude hechtingspatronen loslaten. Niet omdat ze zijn begrepen, maar omdat ze niet langer nodig zijn.
Waarom echte transformatie rommelig is
Transformatie is daarom zelden elegant of simpel. Echte verandering is rommelig, moeilijk, oncomfortabel, beangstigend, spannend, ontmoedigend, hoopvol en tegelijkertijd diep vervullend, omdat je het vanuit jezelf en je eigen kracht doet.
Het vraagt dat je blijft kiezen voor het nieuwe, terwijl het oude nog duidelijk aanwezig is. Dat je niet opgeeft wanneer het ongemakkelijk wordt. Dat je het oude patroon steeds minder ruimte geeft om zichzelf te herhalen en consequent blijft trainen: dit is wie ik nu ben.
Dit is geen quick fix en geen spirituele bypass maar echte, duurzame, blijvende en belichaamde verandering.
Hoe echte verandering voelt
We hebben vaak een verkeerd beeld van verandering. Alsof het helder, licht en bevrijdend zou moeten voelen. Alsof je ineens begrijpt waarom alles was zoals het was, en het daarna vanzelf anders gaat. Maar echte verandering voelt zelden zo.
Wanneer je patronen doorbreekt, voelt het meestal niet verhelderend, maar ontregelend. Soms zelfs ongemakkelijk rustig. Alsof je systeem niet weet wat het met deze nieuwe staat aan moet. Alsof je bijna wacht tot er iets misgaat. Tot het drama zich weer aandient. Het lijkt niet te kloppen, juist omdat er geen verhaal meer is om je aan vast te houden. Geen eindeloze analyses. Geen verklaringen om jezelf in te verstoppen.
En precies dát is het moment waarop het brein onrustig wordt. Waar je weer wilt zoeken, lezen, duiden en begrijpen. Niet omdat daar nog iets te halen valt, maar omdat aanwezigheid zonder houvast onveilig voelt voor een systeem dat zichzelf jarenlang heeft beschermd met denken.
Maar patronen verdwijnen niet omdat je ze begrijpt. Ze verdwijnen wanneer je ze niet meer voedt. Wanneer je blijft waar je normaal weggaat en wanneer je voelt wat je eerder wegredeneerde. Niet omdat je het weet maar omdat je het verdraagt.
De gebruiksaanwijzing
Met mijn 6-weken programma Stevig op Jezelf Staan geef ik de garantie dat je in zes weken tijd merkbaar steviger op jezelf komt te staan. Dat je houvast krijgt. Niet omdat ik het voor je oplos, maar omdat je leert hoe je zélf kunt bijsturen. En daar ontstaat soms verwarring.
Sommige mensen hopen, vaak onbewust, dat begeleiding betekent dat een ander hen redt of draagt. Dat iemand voortdurend meekijkt, corrigeert of hen uit het lastige stuk haalt. Maar hoe begrijpelijk dat ook is, het helpt je niet om oude patronen werkelijk te doorbreken. Want zolang iemand anders jouw proces draagt, leert jouw systeem het niet zelf.
Aan de andere kant zijn er mensen die denken dat je na zes weken ‘klaar’ bent. Volledig herboren. Alsof er daarna niets meer hoeft. En ja, er zijn deelnemers die zich na zes weken daadwerkelijk vele malen lichter, helderder en vrijer voelen dan ooit. Maar dat betekent niet dat alle patronen en overtuigingen ineens verdwenen zijn. Dat is ook niet realistisch. En eerlijk gezegd: dat hoeft ook niet.
Wat deze zes weken wél doen, is veel fundamenteler. Je ontwikkelt een nieuwe interne fundering. Een nieuw neuraal pad. Je leert jezelf herkennen terwijl je in een oud patroon schiet, zodat je leert bijsturen. Je leert voelen wanneer je jezelf dreigt te verliezen en hoe je terugkomt bij jezelf. Je ontwikkelt een gewoonte van bewustzijn, in plaats van steeds opnieuw overspoeld te worden door pijn, drama of uitputting.
Je leert anders kijken. Anders reageren. En vooral: jezelf serieus nemen in het moment of achteraf, zodat je het de volgende keer anders kunt doen. Daardoor raak je niet meer zo makkelijk in een spreekwoordelijke sluimerstand. Je hoeft niet perfect te zijn, maar je bent wél aanwezig. En dát maakt dat je steeds vaker kiest voor wat jou energie geeft, wat jou ondersteunt en laat groeien. En het is enorm bevrijdend om te weten dat je de gebruiksaanwijzing van je leven in eigen handen hebt.











